Page 5 - CONGOLATRES-AOUT-2021
P. 5
Les Congolâtres
Uitgifte Mols – de 25centimes gehergraveerd kader
Emission Mols – le 25 centimes au cadre regravé
Par Patrick Maselis
De zegel van 25 c van de reeks Mols – Van Engelen werd in 1894 uitgegeven met een oranje kader en een
zwart middenstuk (combinatie van platen I.1+A.1). 25 c was het port voor een binnenlandse brief. Om te
voldoen aan nieuwe internationale regels van de Wereldpostunie, werd in 1900 de 25 c herdrukt in de
kleur die voor dit type brief was opgelegd, namelijk blauw in plaats van oranje. De kader werd voortaan
in het blauw gedrukt terwijl het middenstuk gewoon zwart bleef (combinatie van platen I.2+A.2). Na
twee oplagen, één van 200.000 exemplaren in maart 1900 en een tweede van 250.000 exemplaren in
december 1902, raakte de bovenste omrandingslijn van het kader dun en versleten. Men besloot dus de
bovenste omrandingslijn van het kader manueel bij te werken voor alle 50 zegels van de drukplaat van de
kaders. Eind 1908 werd dan met deze hernieuwde plaat een derde oplage gedrukt (combinatie van de
platen I.3+A.2). Aangezien de bovenste kaderlijn van deze zegels duidelijk breder en dikker is dan bij de
twee vorige oplagen, werden deze zegels in de OCB opgenomen als de ‘25 c met gehergraveerd kader’
(Type II).
Émis en 1894 le 25 centimes de la série Mols et Van Engelen fut d’abord imprimé en orange pour le
cadre et en noir pour le centre (combinaison de planches I.1+A.1). En 1900, afin de se conformer aux
nouvelles règles internationales décidées au sein de l’Union Postale Universelle, le timbre à 25 centimes
(tarif de la lettre en service intérieur) fut réimprimé dans la couleur imposée pour ce type de courrier soit
le bleu à la place de l’orange pour le cadre, le centre restant évidement de couleur noir (combinaison de
planches I.2+A.2). Après deux tirages, un de 200.000 exemplaires en mars 1900, et un second de 250.000
exemplaires en décembre 1902, la ligne d’encadrement supérieur du cadre devint fort faible. On décida
donc de retracer manuellement chaque trait supérieur du cadre des cinquante vignettes composant la
planche des cadres avant d’effectuer un nouveau tirage fin 1908 (Combinaison de planches I.3+A.2). Ce
trait étant nettement plus fort et épais que dans les deux précédents tirages, on désigna ces timbres comme
étant au « cadre regravé » (Type II dans le COB).
De zegels werden dus gedrukt op het ogenblik dat Congo-Vrijstaat net een Belgische kolonie was
geworden. Daarom werd zo goed als de volledige oplage onmiddellijk in Brussel overdrukt met de
typografische opdruk ‘CONGO BELGE’. Er werden ook een aantal niet-overdrukte vellen naar de
kolonie verstuurd waar ze met handstempels één van de 8 lokale opdrukken ‘CONGO BELGE’ kregen
(handstempels, 8 types). We vermoeden dat er drie vellen per toeval niet werden overdrukt en aan het
publiek werden verkocht.
Les timbres issus de ce tirage furent émis au moment où l’Etat Indépendant du Congo devenait une
colonie belge. De ce fait la majorité du tirage fut directement surchargé typographiquement « CONGO
BELGE » à Bruxelles. Seules quelques feuilles non surchargées furent envoyées à la colonie. On estime
que 3 feuilles restèrent sans surcharge et furent débitées au public. Les quelques autres feuilles parvenues
dans la colonie furent surchargées localement à l’aide des 8 cachets connus comme surcharges locales.
5

